|
|
|
Aarde,
mijn hart is als het ei van een postduif,
één thuis,
jou.
Uit De herfst van Zorro |
Columns
Al Galidi schrijft om niet gek te worden.
'Als ik zwijg, verlies ik een lezer. Als ik schrijf, verlies ik er
tien,' zegt hij. In een geheel eigen stijl stelt Al Galidi
indringende vragen over de wijze waarop wij met elkaar omgaan. Hij
verrast voortdurend met zijn keuze van onderwerpen.
De verhalen zijn veelzijdig. Alledaagse observaties van iemand die
ietwat verbaasd Nederland bekijkt worden afgewisseld met columns die
meer een statement maken. Steeds worden ze gekenmerkt door een
verrassende invalshoek. Humor voert de boventoon, maar harde woorden
worden niet gemeden.
GEZOCHT: JONGE NEDERLANDSE LITERAIRE STIER
Een recensie is kritische beschouwing van een boek. Vijf boeken heb ik in Nederland gepubliceerd, waarvan de vijfde een belangrijke ervaring was. Een spiegel voor hoe Belgen en hoe Nederlanders op een boek reageren. Hoe Belgen lezen en hoe Nederlanders dat doen. Het eerste land dat aandacht gaf aan mijn boek was niet Nederland, waar het geschreven is, maar België. Het boek ‘Mijn opa, de president en de andere dieren’ is eind oktober 2004 uitgekomen.
In de Morgen, één van de grootste kranten in België, stond op 24 november 2004 een artikel van drie pagina’s over het boek en de schrijver.
‘De Irakese schrijver Al Galidi publiceerde met ‘Mijn opa, de president en de andere dieren’ een erg bijzondere anti-oorlogsroman. Met een schaap en een fluit als vertellers in een vreemd magisch universum, en een opa die de lof der lafheid zingt. … ‘Mijn opa, de president en de andere dieren’ is een boek vol wondermooie verhalen die Al Galidi bovendien in een erg poëtische, persoonlijke stijl vertelt.’ Jammer genoeg staat er niets negatiefs over het boek om ook in deze column op te nemen.
De Standaard in België, ook één van de grootste kranten daar, publiceerde op 9 december 2004 een twee pagina’s lange recensie over het boek. ‘ ‘Mijn opa, de president en de andere dieren’, de debuutroman van de Nederlandse Irakees Al Galidi maakt een tocht door de onderwereld. Dante in Irak. … Dat de blinde soldaat Fanous het heeft over cirkels (zoals de kringen in Dantes hel) toont nog maar eens dat Al Galidi wel degelijk de Europese traditie in deze oosterse roman heeft binnengehaald. Het is een jungle van onbegrijpelijke, symbolische, sombere verhalen en parabels. Al die verhalen zitten als Russische matroesjka-poppetjes in elkaar en zonder waarschuwing, soms zelfs zonder een nieuwe alinea te beginnen, keert Al Galidi terug naar een hoger– of een lagergeleden verhaal. Moeilijk is het niet; je moet gewoon even geduld hebben, want een verklaring komt er altijd. Hij kan ook heel plots van toonaard veranderen; één verhaal kan zo wel bizar, tragisch, griezelig of burlesk zijn. … Al Galidi’s verhalendoolhof is een spiegelpaleis van beeldspraak. Hij heeft een bijzonder oosterse roman aan de Nederlandse letteren toegevoegd. Een ongewoon geluid.’
Na de aandacht in België stond er een artikel in het NRC Handelsblad op vrijdag 7 januari 2005, waarin vier boeken werd besproken. ‘Al Galidi is een uitgeprocedeerde Irakese asielzoeker…’, zo begon het stuk over mijn roman. In Nederland is het dus belangrijk dat de lezer niet de identiteit van het boek, maar die van de schrijver zelf kent. ‘… Al Galidi is losgebarsten en waar hij precies uitkomt, lijkt van later zorg te zijn. Het resultaat is dan ook onafgewerkt, slordig en bij vlagen onleesbaar; vooral in de eindeloze verhalen over martelingen zie je soms door de bomen het bos niet meer en ook de eindredactie laat te wensen over, eens in de zoveel bladzijden duiken vreemde foutjes op. Maar wat staat daar veel tegenover!…’
Hierna volgde de Leeuwarder Courant op 21 januari 2005. De titel van de recensie was ‘Vergissing’. ‘In de uitvoerige roman ‘Mijn opa, de president en andere dieren’ geeft Al Galidi, uitgeprocedeerde asielzoeker uit Irak, een gruwelijk beeld van een niet met name genoemd land…’ Het eerste dat opvalt, is dat de recensist van de Leeuwarder Courant ook de titel niet goed gelezen heeft. Het is namelijk ‘Mijn opa, de president en de andere dieren’. Een groot verschil als je zegt: ‘Klootzakken praten met Hirshi Ali over de Islam’ of ‘De klootzakken praten met Hirshi Ali over de Islam’. De recensie in de Leeuwarder Courant gaat niet over het boek, maar over de recensist zelf. Dat komt neer op het inhuren van een taxateur, die niet over het huis, maar over zichzelf vertelt. Na het lezen van de recensie weet je dat de recensist een oude, nuchtere en ongeduldige man is. Lees maar: ‘Vermoedelijk is dit een voor deze schrijver noodzakelijke roman, maar die noodzaak krijgt geen literair interessante stem. De woede was na veertig pagina’s bij mij al uitgewerkt en dan moest ik nog eens ruim 200 pagina’s meer van hetzelfde doorploegen. Ik raakte versuft en verlamd, kreeg de zenuwen van de steeds terugkerende en lang uitgewerkte beeldspraak, werd absoluut niet meer benieuwd naar wat er achter een volgende ‘deur’ zou plaatsvinden. Iedereen noodzaak om door te lezen ontbrak, omdat alles al pagina’s lang verteld was en er niets aan toegevoegd werd. Ook de bloemrijke beeldspraak, die Al Galidi in vorig werk met de nodige soberheid inzet, begon hier steeds meer bron te zijn van een doffe, schele hoofdpijn. Gooi het maar in mijn pet. Dit boek berust op een vergissing over wat literatuur zou kunnen zijn. Iemand had Al Galidi ervan moeten overtuigen dat het zo niet kon.’
Lezer, ik heb deze column niet geschreven om jou mijn boek te laten kopen, maar om je te vertellen dat je een jonge stier moet inhuren voor het ploegwerk en niet één die na veertig meter al versuft en verlamd is.
|
|