Home | Biografie | Romans | Poëzie | Columns | Prijzen Nominaties | Optredens | International | Boeken | Contact

Al Galidi is geboren in het Zuiden van Irak. Hij weet niet wanneer hij geboren is, in de woestijn doen ze niet aan verjaardagen. Toen hij klein was, wilde hij graag viool spelen. Zijn vader kocht een goede viool, maar er was geen leraar in de woestijn. Dag na dag ontdekte hij dat hij viool kon spelen met woorden.[klik hier voor meer]

 

 

 

Aarde,

mijn hart is als het ei van een postduif,

één thuis,

jou.

Uit De herfst van Zorro

 

Columns

 

Al Galidi schrijft om niet gek te worden. 'Als ik zwijg, verlies ik een lezer. Als ik schrijf, verlies ik er tien,' zegt hij. In een geheel eigen stijl stelt Al Galidi indringende vragen over de wijze waarop wij met elkaar omgaan. Hij verrast voortdurend met zijn keuze van onderwerpen.


De verhalen zijn veelzijdig. Alledaagse observaties van iemand die ietwat verbaasd Nederland bekijkt worden afgewisseld met columns die meer een statement maken. Steeds worden ze gekenmerkt door een verrassende invalshoek. Humor voert de boventoon, maar harde woorden worden niet gemeden.

 


 

NEDERLANDS PASPOORT ONDER DE MICROSCOOP

Nederlanders zijn arrogant op een professionele manier.
‘Waarom krijgt die voetballer geen Nederlands paspoort?’, vragen alle Nederlanders zich af, ook Verdomme Verdonk, maar zij zei met een gezicht als een droog drolletje dat hij echt nog even moet wachten. Meteen wordt het Nederlandse paspoort heel belangrijk en krijgt het prachtige aandacht. Ik moest zo hard lachen, want ik ken de echte geschiedenis van het Nederlandse paspoort, die tussen drie hoekjes ligt; de piemel, de kut en de euro.

Iemand kwam naar Nederland om te studeren. Zijn familie konden hem geen geld meer sturen en hij werd van school gestuurd en woonde op straat. Hij wilde zijn studie graag afmaken. Bij de gemeente Harlingen werkte een mannetje met een baard, kleiner dan een luis. Als je op hem zou spugen, zou hij verdrinken. Hij maakte het de jongen moeilijk en wilde Nederland van hem bevrijden. De jongen bracht alle soorten papieren mee, maar de luizen van gemeente Harlingen weigerden elke keer. Daarna ontmoette hij een vrouw van misschien 55 jaar oud. Met haar bij de gemeente konden de luizen niets meer tegen hem doen. ‘Ik hoef haar alleen maar eens per maand te neuken’, zei hij tegen mij. Later ontmoette ik hem nog eens en vertelde hij mij dat zijn piemel de Nederlandse nationaliteit had gekregen. ‘Mijn hersenen die alle soorten papieren naar de gemeente van Harlingen brachten, kregen niets. Toen mijn piemel een kut bracht, kreeg hij niet alleen papieren, maar ook een paspoort.’
‘Dat is niet eerlijk. Je gebruikt een vrouw om een verblijfsvergunning te krijgen.’
‘Helemaal niet’, zei hij. ‘Mijn hersenen brachten mij en mijn piemel naar dit lage land en nu is mijn piemel de reden voor het verblijf van mijn hersenen hier.’

In OC Ommen, waar ik twee en een half jaar stempelde, ontmoette ik een Russisch meisje van negentien jaar. Ze had als hoer gewerkt en was gepakt zonder papieren. Daarom vroeg ze politiek asiel aan. Twee en een half jaar moesten we ons samen melden. In bus 29 van Zwolle naar Ommen en spraken we over de Russische cultuur in de bus en over onze dromen. Ik droomde van het openen van een koffieshop met gratis drugs en zij van een officiële hoer te zijn. Nederland is het enige land waar wij onze dromen konden verwezenlijken. Op een dag kwam ze met een dikke oude Nederlandse man van vijftig of zestig of misschien zeventig. Na twee maanden vertelde ze mij dat ze zich niet meer hoefde te melden. Dat al haar problemen waren opgelost en dat ze van een hoer een mevrouw was geworden. In 2003 zag ik haar weer onderweg met de trein naar Den Haag. ‘Ik heb de Nederlandse nationaliteit gekregen’, zei ze en ik dacht even aan een schrijver die op de straat van Slagharen was gegooid omdat zijn pen niet politiek genoeg was. Die warme, schattige, jonge Russische kut had het recht in dit lage land te blijven, maar een pen niet.

Zelf weigerde ik het Nederlandse paspoort, omdat ik het mij alleen op een lage manier werd aangeboden en wat je op een lage manier krijgt, is ook laag. Ik kocht een Nederlands paspoort. Onverwacht goedkoop. In augustus 2000 besloot ik naar Noorwegen te gaan. Door een collega-illegaal had ik een afspraak om een paspoort te kopen. Iemand legde paspoorten op tafel. ‘Duitse paspoort met Turkse naam 1500 euro’, zei hij. ‘Frans paspoort met Algerijnse naam 1500 euro. Belgische met Marokkaanse naam 1500 euro. Nederlandse met Marokkaanse naam 350 euro.’ Ik keek hem verbaasd aan en de man gaf eerlijk antwoord op de vraag in mijn ogen. ‘Een Nederlands paspoort ruikt naar hasj, dus je bij elke grens meteen gecontroleerd.’ Die man dacht ik niet mijn lichaam, maar hasj naar Noorwegen wilde smokkelen. Ik nam een Euroline bus. Bij elke grens moest ik eruit en werden al mijn kleren gecontroleerd. Gelukkig niet de foto op mijn paspoort.

Als uitgeprocedeerde wacht ik absoluut niet op de Nederlandse nationaliteit, maar zij wacht op mij. Ik kan me mijn foto en naam niet op een Nederlands paspoort voorstellen. Die eer geef ik haar niet, alleen als de gemeente goed betaald, bijvoorbeeld 300 euro per maand als Nederlandse paspoortdrager, voor honderd euro een verzekering van mijn naam tegen de laagte en zestig euro voor medische zorg voor mijn naam tegen grenzen.
Hopelijk stuurt iemand deze column naar mevrouw Verdomme Verdonk om te weten dat haar paspoort door kutten, piemels en euro’s verkrijgbaar zijn en niet door wachten.


 

Home | Biografie | Romans | Poëzie | Columns | Prijzen Nominaties | Optredens | International | Boeken | Contact

Alle rechten voorbehouden ©2004-2014