Home | Biografie | Romans | Poëzie | Columns | Prijzen Nominaties | Optredens | International | Boeken | Contact

Al Galidi is geboren in het Zuiden van Irak. Hij weet niet wanneer hij geboren is, in de woestijn doen ze niet aan verjaardagen. Toen hij klein was, wilde hij graag viool spelen. Zijn vader kocht een goede viool, maar er was geen leraar in de woestijn. Dag na dag ontdekte hij dat hij viool kon spelen met woorden.[klik hier voor meer]

 

 

 

Aarde,

mijn hart is als het ei van een postduif,

één thuis,

jou.

Uit De herfst van Zorro

 

Columns

 

Al Galidi schrijft om niet gek te worden. 'Als ik zwijg, verlies ik een lezer. Als ik schrijf, verlies ik er tien,' zegt hij. In een geheel eigen stijl stelt Al Galidi indringende vragen over de wijze waarop wij met elkaar omgaan. Hij verrast voortdurend met zijn keuze van onderwerpen.


De verhalen zijn veelzijdig. Alledaagse observaties van iemand die ietwat verbaasd Nederland bekijkt worden afgewisseld met columns die meer een statement maken. Steeds worden ze gekenmerkt door een verrassende invalshoek. Humor voert de boventoon, maar harde woorden worden niet gemeden.

 


 

URINEREGENSTAD

Buiten het huis zijn er twee soorten douches. Water en ijzer. In Irak regent het al jaren lang alleen maar ijzer. Alle soorten ijzer; koud ijzer, warm ijzer, heet ijzer, dictatoriaal ijzer, democratisch ijzer, etc. Douches van water laten groen achter, douches van ijzer as en rood. In Nederland zijn er twee soorten regens; water en urine.

Regen van urine valt alleen in Nederland, altijd bij mooi weer en vooral in Zwolle. De naam van Zwolle zou moeten veranderen in Urineregenstad. Als het weer mooi wordt, ga ik mijn kamer uit en zit ik in het park op een bankje om te schrijven of te genieten van het zonnetje. Maar opeens kwam er een hond naar me toe, van achteren, van voren of van onder de bank. Hij rook vriendelijk aan mijn schoenen en aan de bank, sproeide zijn urine tegen de bank en volgde zijn baas. Mijn schoenen en broek werden nat van hondenurine en ik werd boos, maar de baas van de hond haalde zijn handen met de lege riem op. ‘Hij is lief, hij wil je niet bijten, hij wil je alleen maar groeten’, zei hij, terwijl ik druppelde en hij dat zag.

Vanaf die dag kijk ik als ik op een bankje zit en een hond dichtbij mij komt, naar links en rechts. Als ik nergens een baasje zie, gooi ik een steen naar de hond, maar dat lukt niet altijd. Eens gooide ik een steen naar een hond om hem bang te maken en raakte per ongeluk zijn kop. Achter mij hoorde ik een vrouw schreeuwen. Ze droeg een bril en zag er intellectueel uit. Ze begon te schelden, terwijl de hond nog steeds jankte van pijn. ‘Ik was bang dat hij tegen mijn spullen zou plassen’, zei ik. ‘Hij is slim’, riep ze en iets anders wat ik hier niet op wil schrijven. Ik opende een blikje fanta en begon na tien minuten te schrijven. In mijn hand en naast mij papieren. Een steen erop om ze niet weg te laten waaien en voor het geval er een hond zou komen. En ja hoor, een hond rook aan de bank, mijn schoenen en mijn broek. De man groette mij vriendelijk en ik groette terug. De man liep door en de hond bleef ruiken. Opeens, alsof hij door een afstandsbediening bestuurd werd, tilde hij zijn poot op en plaste op de papieren en de steen. De eerste vijf hoofdstukken van mijn roman gewassen met hondenurine. De eerste lezer van mijn boek hondenurine.

Toen ik zelf moest plassen, liep naar een boom. Een oude man met een hond kwam langs. Hij keek boos naar mij en zeurde, alsof ik op zijn hoofd en niet tegen de boom plaste. Toen ik klaar was, draaide ik me om en zag een andere hond aan mijn papieren snuffelen. Alsof een kanon op mijn borst gericht stond, zag ik hem zijn poot optillen en plassen. Al mijn papieren waren nat. De vrouw, de baas van de hond, draaide zich niet om om te kijken wat er gebeurde, maar ging snel verder met de lege riem in haar hand en de kwispelende hond achter haar aan. Ik keek naar mijn natte woorden, die uit mijn ziel en mijn hart waren gekomen en ging aan de droge kant van de bank zitten wachten tot ze droog waren, toen een oude vrouw met twee honden langskwam. De twee honden stonden een halve meter van mij af. Ze tilden tegelijkertijd hun poten op en plasten in dezelfde seconde. Wind waaide druppels urine naar mij toe. De oude vrouw keek naar de twee honden en schreeuwde niet om hun in rust te laten plassen.

Jarenlang keek ik naar Marion de Hond als naar de lelijkste vrouw ter wereld. Ze is namelijk een spiegel voor het lelijkste weer ter wereld. Ik geloofde haar altijd. Daarom werd ik altijd nat als ik naar buiten ging. Marion de Hond zei dat het niet zou gaan regenen en dat het 24 graden zou worden. Prachtig weer. Ze zei zelfs dat het in het midden van het land mooi weer zou zijn. De belangrijkste vraag die nu in mijn hoofd draait, is niet waarom honden regenen, ze zijn toch geïntegreerd? Maar ik vraag me af waarom ze hun poot optillen voor ze plassen. Ik hoop dat Marion de Hond het antwoord heeft.

 

Home | Biografie | Romans | Poëzie | Columns | Prijzen Nominaties | Optredens | International | Boeken | Contact

Alle rechten voorbehouden ©2004-2014