Home | Biografie | Romans | Poëzie | Columns | Prijzen Nominaties | Optredens | International | Boeken | Contact

Al Galidi is geboren in het Zuiden van Irak. Hij weet niet wanneer hij geboren is, in de woestijn doen ze niet aan verjaardagen. Toen hij klein was, wilde hij graag viool spelen. Zijn vader kocht een goede viool, maar er was geen leraar in de woestijn. Dag na dag ontdekte hij dat hij viool kon spelen met woorden.[klik hier voor meer]

 

 

 

Aarde,

mijn hart is als het ei van een postduif,

één thuis,

jou.

Uit De herfst van Zorro

 

Columns

 

Al Galidi schrijft om niet gek te worden. 'Als ik zwijg, verlies ik een lezer. Als ik schrijf, verlies ik er tien,' zegt hij. In een geheel eigen stijl stelt Al Galidi indringende vragen over de wijze waarop wij met elkaar omgaan. Hij verrast voortdurend met zijn keuze van onderwerpen.


De verhalen zijn veelzijdig. Alledaagse observaties van iemand die ietwat verbaasd Nederland bekijkt worden afgewisseld met columns die meer een statement maken. Steeds worden ze gekenmerkt door een verrassende invalshoek. Humor voert de boventoon, maar harde woorden worden niet gemeden.

 


 

DE TWEELING EN DE BROERS

Vandaag zal ik twee verhalen vertellen; het verhaal van de Tweeling en die van de Broers.
Op het net dichtgegooide graf van de vader komen de camera’s dichtbij omhelzende handjes. Naar de twee meisjes loopt een vrouw, die alleen een snorretje nodig heeft om Hitler te zijn - terwijl de gebeurtenis in 1926 plaatsvond, toen het snorretje van Hitler zonder Hitler was of Hitler zonder zijn snorretje. Een boze vrouw, die op Verdonk lijkt. Het meisje, dat door die Duitse vrouw wordt meegenomen, schreeuwt harder dan Stalingrad door Hitler. Op het gezicht van het meisje, wiens lot de Nederlanders was, zijn twee romantische tranen te zien. Vanaf dat moment begint de goedkope leugen van de goedkope Nederlandse filmindustrie.

Opeens zien we Lotte, één van de tweeling, in Nederland gekleed in kleren van prinsesjes, alsof zij op een schilderij uit de Middeleeuwen staat, omsingeld door schattige engeltjes. De één aait teder haar wang, een ander geeft haar warme knuffeltjes. Meteen slaat de Nederlandse camera ons in ons gezicht, als zij in minder dan een seconde naar de andere zus draait, Anna in Duitsland. Alles verandert. Het scherm wordt donker, de kleuren grauw, de taal alleen maar geschreeuw, alsof het Duitse volk, die vaak een Nobelprijs voor de literatuur won, het volk van Beethoven, Bach, Goethe, Schiller, Rilke en Gunther Grass, niets anders kent dan geschreeuw. Alsof de taal van Faust alleen geldig is om in te schreeuwen. Van de warmte en de hemelse blikken om Lotte in Nederland reizen we meteen naar een varkensstal. ‘Doorlopen!’ Dat hoort Anna in het Duits. Ik kijk naar Anna en hoe zij verandert in een Afghaans meisje onder het Talibanregime, maar zonder deken.

We volgen de camera en zien Duitse varkens, die Anna proberen te verslinden. Anna valt op haar rug en de camera gaat naar Lotte, die ook op haar rug ligt, maar naar de hemel kijkt, muziek hoort en een Nederlandse vrouw, die zachtjes praat. Zoals er niets anders dan geschreeuw en criminele varkens in Duitsland zijn, zijn er in Nederland alleen maar sprookjes, engelen en gefluister. Zo gaat de film ‘De Tweeling’ door. De camera reist tussen de Taliban in Duitsland - de hel - en Nederland, natuurlijk de hemel. Terwijl je naar de film kijkt, zie je wat een prachtige mensen de Nederlanders zijn. Je vergeet dat zij kinderen op de straat van december gooien, omdat die kinderen niet politiek genoeg zijn. En niet in de tijd van Anna, 1926, maar in de tijd van Amalia, 2003.

We gaan door met de film en komen aan in 1936. We zien Anna, inmiddels een vrouw, die in een gebroken spiegel naar haar drama kijkt. In Nederland zingt Lotte en speelt op de piano. Nederlandse engelen luisteren naar haar. Om de film naar een Oscar te laten reizen, wordt Anna verliefd op een harde SS-soldaat en Lotte op een lieve Joodse jongen…

Nu ‘De Broers’. De broers zijn mijn broertje in Duitsland en ik in Nederland. Wij zijn broers, we hadden hetzelfde probleem met Saddam Hoessein, we hadden hetzelfde vluchtverhaal. Zeg maar twee konten in één onderbroek, zoals een Irakees spreekwoord zegt. In de stal van het AZC wacht ik inmiddels al meer dan zes jaar. Mijn broer wachtte drie maanden in het ‘Heim’ voor asielzoekers. In die zes jaren was ik zoals Anna tussen de varkens. Mijn broer was in die drie maanden zoals Lotte tussen de engelen. Ik had geen recht om te werken, te studeren, te reizen of naar een ander land te gaan om asiel aan te vragen en heb dat tot nu toe nog steeds niet. Mijn broer had al die rechten na drie maanden in Duitsland. Na zes jaar tussen de engelen in het AZC ben ik psychisch ziek. Mijn broer had in die drie maanden tussen de varkens geen tijd om ziek te zijn. Ik word door de Nederlanders behandeld als een dier. Mijn broer door de Duitsers als een mens. Mijn broer heeft asiel gekregen en één van de redenen was, dat hij een broer had, die schrijver is in Nederland. Dat was gevaarlijk voor de hele familie. Eén van de belangrijke redenen dat ik geen asiel heb gekregen, is omdat ik schrijver ben. Als ik moest kiezen tussen het leven als een varken in Duitsland en een engel in Nederland, dan zou ik graag daar als een varken leven. Dit is het verhaal van de broers. Natuurlijk zal het nooit een Oscarnominatie krijgen, omdat er in dat verhaal geen geschreeuw tegen Duitsers voorkomt en er geen leugen is.

 

Home | Biografie | Romans | Poëzie | Columns | Prijzen Nominaties | Optredens | International | Boeken | Contact

Alle rechten voorbehouden ©2004-2014